We gaan hier niet in de gebruikelijke betekenis van het woord het levensverhaal en het werk van Gustave Flaubert beschrijven. Zijn romans, brieven, verhalen en jeugdwerken zijn onderwerp van het onderdeel “vertalingen”. Daar komen ontstaansgeschiedenis en vertalingen van de afzonderlijke delen uitgebreid aan bod. Ook zijn levensverhaal krijgt hier niet de klassieke behandeling. Daarvoor kunnen we verwijzen naar de zeer leesbare biografie van Henri Troyat, die in het Nederlands is vertaald (De Prom, Baarn, 1989, alleen nog tweedehands verkrijgbaar). Ook veel informatie is te vinden in “Flaubert’s papegaai”, een roman van Julian Barnes (1984,Arbeiderspers) en ten slotte biedt ook Wikipedia een kort overzicht.
Aardiger vinden wij korte teksten over gevarieerde aspecten van het leven en de persoonlijkheid van Flaubert, hoofdstukjes die wij zelf bijeen sprokkelden of helemaal zelf schreven.
- Hoe zit het met dat boeddhabeeld dat in de werkkamer van Flaubert stond?
- Waar en wanneer woonde Flaubert in Parijs?
- Hoe vaak en waar ontmoette hij George Sand?
- Driemaal heeft men zich diepgravend met de persoonlijkheid van Flaubert bezig gehouden. Theodoor Reik promoveerde in 1912 op een psychoanalytisch proefschrift over Flaubert, Mario Praz ontleedde zijn persoonlijkheid in 1930 in zijn Lust, dood en duivel in de literatuur van de romantiek en ten slotte deed Jean Paul Sartre hetzelfde in L’idiot de la famille in 1971-’72. Hier vindt u de publicatie Flaubert op de divan